Uw hond laten inenten

Een vaccinatie wordt gegeven om uw hond te beschermen tegen ernstige en dodelijke, besmettelijke ziektes. Waarom vaccineren we? Tegen welke ziektes vaccineren we? En hoe vaak moet u uw hond laten inenten? Het antwoord op deze vragen leest u hieronder.

Wat is vaccineren?

Met een vaccinatie spuiten we een klein beetje dood of onschadelijk gemaakt virus of een bacterie in. Uw hond gaat antistoffen aanmaken tegen de ziekte die het virus of de bacterie veroorzaakt. Soms is het nodig om een vaccinatie na enkele weken te herhalen (boosteren), zodat uw hond voor langere tijd beschermd is.

Waarom vaccineren?

In de eerste plaats vaccineren we om de gezondheid van uw hond te beschermen. Wanneer uw hond in contact komt met een ziekte waartegen hij gevaccineerd is, zal hij niet of veel minder ziek worden dan zonder de bescherming van het vaccin.  

Doordat we tegenwoordig kunnen vaccineren, komen ernstige infectieziektes veel minder voor in Nederland. Dit betekent echter niet dat vaccineren overbodig is geworden. Gevaccineerde dieren geven bijvoorbeeld een indirecte bescherming aan ongevaccineerde dieren. Uitbraken van dodelijke virussen komen nog steeds voor, bijvoorbeeld doordat zieke dieren vanuit het buitenland naar Nederland komen. Wanneer we onze huisdieren niet langer beschermen door middel van vaccinatie, neemt de kans op een uitbraak en het oplopen van een ziekte toe. Sommige ernstige ziektes zijn ook overdraagbaar van hond op mens. Door onze huisdieren goed te beschermen, beschermen we dus ook onszelf tegen deze ziektes.

Welke vaccinaties heeft uw hond nodig?

In onderstaande video wordt uitgelegd hoe ziektes van hond tot hond overgedragen worden, welke vaccinaties uw hond nodig heeft om beschermd te zijn tegen deze ziektes en hoe u bescherming tegen ziekten op kunt bouwen voor uw hond.

 

Tegen welke ziektes wordt uw hond ingeënt?

Uw hond kan tegen de volgende ziektes worden ingeënt:

  • Hondenziekte (Ziekte van Carré): Dit virus veroorzaakt koorts, ontsteking van oogleden en neusslijmvlies, hoesten en diarree. Dit kan komen door aantasting van het zenuwstelsel of door een verdikking van de hoornlaag op de neus en voetzolen.
  • Besmettelijke leverziekte (Hepatitis Contagiosum Canis): Deze ziekte verspreidt zich via urine van besmette honden met een leverontsteking tot gevolg.
  • Leptospirose: Leptospirose, waaronder de ziekte van Weil, wordt veroorzaakt door bacteriën (leptospiren). De ziekte van Weil is de bekendste variant en wordt voornamelijk verspreid door ratten. Leptospirose kan echter ook door andere (knaag)dieren worden overgebracht. Honden kunnen besmet raken door drinken uit een plas water, het eten van gras of het zwemmen in besmet water. Symptomen zijn hoge koorts, braken, slecht eten en/of kreupelheid. donkergele urine en gele slijmvliezen. De bacterie veroorzaakt lever- en nierproblemen. Leptospirose is een zoönose, dit betekent dat dieren ook mensen kunnen besmetten.
Bekijk de video hieronder voor meer uitleg over de ziekte leptospirose.

   
  • Parvovirose: Het parvovirus veroorzaakt een ernstige darmontsteking. Symptomen zijn lusteloosheid, braken en bloederige diarree. Door het verlies van grote hoeveelheden vocht ontstaat vaak uitdroging. De ziekte komt vooral voor bij pups. Parvo is erg moeilijk te behandelen en heeft vaak een dodelijke afloop.
  • Besmettelijke hondenhoest: Voorheen was deze ziekte bekend als kennelhoest. De ziekte heeft een infectie van de luchtwegen tot gevolg. Vaccinatie door middel van een neusdruppel geeft de beste bescherming. Besmettelijke hondenhoest kenmerkt zich met name door lange, hardnekkige hoestbuien, soms met kokhalzen of braken tot gevolg. Vaccinatie tegen besmettelijke hondenhoest wordt geadviseerd in situaties waar een verhoogd risico op infectie bestaat. Bijvoorbeeld wanneer uw hond naar een pension, kennel, asiel, uitlaatservice, hondenschool, speelweide of andere plaats gaat weer veel honden samenkomen. Pups, oudere honden en kortsnuitige honden hebben een verhoogd risico op complicaties na een kennelhoestinfectie. Het wordt dan ook zeker geadviseerd om deze honden te vaccineren.
  • Rabiës (hondsdolheid): Deze ziekte wordt veroorzaakt door een virus en is bijna altijd dodelijk. Ook mensen kunnen rabiës krijgen via een krab of beet van een besmet dier. In Nederland komt rabiës niet voor. Gaat u met uw hond, kat of fret naar het buitenland, dan is een rabiësvaccinatie verplicht. Laat uw dier tenminste 21 dagen voor vertrek inenten, de vaccinatie is na 3 weken namelijk pas geldig. Let op, per land kunnen aanvullende eisen gelden. Check dit goed voordat u op reis gaat.

Hoe vaak moet uw hond worden ingeënt?

Alleen gezonde honden kunnen worden gevaccineerd. Pups worden tot een leeftijd van 12 weken meerdere keren ingeënt om zo vroeg mogelijk voldoende bescherming op te bouwen. Het vaccinatieschema voor honden ziet er als volgt uit (op basis van individuele situaties kan het zijn dat uw dierenarts een schema op maat toepast):

  • 6 weken: parvo en hondenziekte
  • 9 weken: parvo, leptospirose en besmettelijke hondenhoest
  • 12 weken: parvo, hondenziekte, hepatitis en leptospirose
  • 1 jaar: grote cocktail; parvo, hondenziekte, hepatitis, leptospirose en eventueel besmettelijke hondenhoest
  • 2 jaar: leptospirose en eventueel besmettelijke hondenhoest
  • 3 jaar: leptospirose en eventueel besmettelijke hondenhoest
  • 4 jaar: grote cocktail; parvo, hondenziekte, hepatitis, leptospirose en eventueel besmettelijke hondenhoest
  • Etc.

Titerbepaling

Uit onderzoek is gebleken dat een deel van de honden na drie jaar nog steeds voldoende antistoffen in het lichaam heeft tegen hondenziekte, besmettelijke leverziekte en parvo. Deze honden kunnen daardoor minder vaak gevaccineerd worden. Met een titerbepaling kunnen we testen of uw hond wel een enting nodig heeft door middel van een bloedonderzoek. Voor leptospirose en besmetteljke hondenhoest is de bescherming nooit langer dan een jaar. Het uitstellen van de jaarlijkse vaccinatie is dus geen optie. Wanneer de laatste vaccinatie tegen leptospirose bij een volwassen hond meer dan 15 maanden geleden gegeven is, heeft de hond een tweevoudige vaccinatie nodig.

Wat zijn de bijwerkingen van een vaccinatie?

De kans op bijwerkingen na een vaccinatie is heel klein. Het kan echter voorkomen dat uw hond de dag na de vaccinatie niet helemaal fit is. Ook kunnen pups soms gevoelig reageren op de entstof net na de vaccinatie. Dit gaat na enkele minuten weer over. Allergische reacties komen zeer zelden voor.

Uw hond laten inenten bij onze dierenarts

Wilt u uw hond beschermen tegen de genoemde ziektes. Maak dan een afspraak bij onze dierenarts.

Wij maken gebruik van cookies om het bezoek aan onze website nog makkelijker en persoonlijker te maken en om u relevante aanbiedingen op basis van uw interesses te kunnen doen. Wenst u alleen gebruik te maken van noodzakelijke cookies of wilt u meer informatie over cookies, dan kunt u uw instellingen aanpasssen.
 Cookie-instellingen aanpassen